De balans en winst- en verliesrekening zijn allebei onderdeel van de jaarrekening. De jaarrekening is de basis voor je aangifte inkomstenbelasting en heb je soms ook nodig bij andere dingen zoals het aanvragen van een financiering.
Wat is een balans eigenlijk?
Een balans is niets meer of minder dan een overzicht van de bezittingen, vorderingen en schulden van je bedrijf op een bepaald moment (meestal aan het einde van het jaar).
De balans heeft een activa- en een passivazijde. De bezittingen staan links (activa) en de schulden (passiva) staan rechts.
Bovenaan staan de rubrieken die het langst in je bedrijf aanwezig blijven en onderaan staan de rubrieken die het kortst aanwezig zijn.
In een schema ziet dat er zo uit:
ACTIVA/DEBET/BEZITTINGEN
De vaste activa bestaan uit 3 categorieën : immaterieel (goodwill), materieel (investeringen, zoals gebouwen, machines en installaties, vervoermiddelen, inventaris > € 450) en financieel (vorderingen die je over meer dan een jaar pas terugontvangt).
De goodwill en investeringen boven de € 450 mag je niet in één keer als kosten aftrekken. Het bedrag dat je op de balans vermeld is het bedrag van de investering minus de bedragen die je al hebt afgetrokken.
Voorraden zijn goederen die je hebt gekocht om te verkopen of die je gebruikt in je productieproces maar die op de balansdatum nog niet verkocht of gebruikt zijn.
Kortlopende vorderingen zijn vorderingen waarvan je verwacht dat je ze binnen een jaar ontvangt, zoals debiteuren.
Liquide middelen zijn je bankrekeningen en het geld dat je in kas hebt.
PASSIVA/CREDIT/SCHULDEN
Eigen vermogen is het geld dat je in je bedrijf hebt gestoken en is eigenlijk het saldo van de bezittingen en schulden.
Voorzieningen zijn reserveringen voor grote kosten die je in de toekomst verwacht. Denk bijvoorbeeld aan groot onderhoud. Dat komt niet ieder jaar voor. Je mag jaarlijks een bedrag hiervoor als kosten reserveren en aftrekken. Pas je dit toe, dan mag je op het moment dat je de kosten echt maakt mag je deze niet meer aftrekken, maar haal je ze af van de voorziening.
Langlopende schulden zijn de leningen die je bij de bank of anderen hebt afgesloten en die je in meerdere jaren mag terugbetalen.
Kortlopende schulden zijn schulden die je binnen een jaar moet betalen, bijvoorbeeld crediteuren of belastingschulden.